•  
  • Home
  • |
  • Actueel
  • |
  • Permanent leren is de beste garantie voor banen

Permanent leren is de beste garantie voor banen

Permanent leren is de beste garantie voor banen

Advies: geef laagopgeleide werknemers 'leerrekening' voor bij- en nascholing

De 4,4 miljoen werkenden met een opleiding tot en met mbo 4 moeten met een eigen 'leerrekening' meer mogelijkheden krijgen voor permanente scholing. Nu is voor hen bij- en nascholing veel minder vanzelfsprekend dan voor hoger opgeleiden, terwijl zij door alle veranderingen op de toekomstige arbeidsmarkt juist een kwetsbare groep zijn.

Leren op rekening

De belangrijkste aanbeveling van de commissie is voor iedereen een persoonlijke 'leerrekening' te openen. Dat is volgens Sap een betere variant van 'vraagfinanciering' via fiscale faciliteiten (leren als aftrekpost) of de ook vaak genoemde scholingsvouchers, waarmee werknemers onderwijs zouden kunnen 'halen'.

Bij de individuele leerrekening krijgen mensen het geld niet zelf in handen, maar wordt het op een rekening gestald. Zij kunnen het geld eraf halen als zij scholing inkopen bij een erkende opleider. De rekening moet worden gevuld door de overheid, werkgevers en werknemers. In de komende kabinetsperiode is daarvoor in elk geval 1,2 miljard euro bovenop bestaande regelingen nodig, becijfert Sap: van overheid en werkgevers elk 600 miljoen. Bij voorkeur wordt die inspanning in de periode daarna nog eens herhaald.

Verschillen nemen toe

Opvallend is dat mensen tot en met mbo 4-niveau de laatste jaren 'minder vaak een cursus of opleiding volgen', aldus de commissie. Dat past in het eerder door de Inspectie van het Onderwijs geschetste beeld dat het onderwijs als 'emancipatiemotor' hapert en dat de verschillen tussen lager en hoger opgeleiden toenemen. 

Uit het rapport blijkt dat veel werkenden tot en met mbo 4-niveau wel gemotiveerd zijn om door te leren, maar dat het hen ontbreekt aan tijd, geld en een stimulerende omgeving om initiatief te nemen. Volgens de commissie-Sap is het benutten van de scholingspotentie van deze groep van groot individueel, maatschappelijk en economisch belang. Een doorbraak in het veelbesproken 'levenslang leren' is daarom noodzakelijk.
Het nieuwe kabinet zou daarnaast een 'deltacommissaris' moeten aanstellen die het programma van 'Doorleren werkt' gaat uitvoeren. Bestaande scholingsbudgetten die nu vallen onder de ministeries van Onderwijs, Sociale Zaken en Economische Zaken moeten worden gebundeld. 'Er zijn nog heel wat schotten af te breken', zegt Sap. Dat geldt ook in het onderwijsaanbod, dat versnipperd is, veelal is toegesneden op jongeren en niet flexibel genoeg voor volwassenen. De deltacommissaris moet daarom werken aan 'een nationaal scholingspact' en zorgen voor passende ondersteuning en advies in elke regio. 


'Permanent leren is de beste garantie voor behoud van banen en inkomenszekerheid in de 21ste eeuw, en daarmee voor economische groei', zegt Sap. 'Het beleid moet niet gericht zijn op het afscheid nemen van mensen, maar op investeren in mensen.'

In een ander, vergelijkbaar advies benadrukte ook de Sociaal-Economische Raad vorige week het belang van leren tijdens de loopbaan. De Raad bepleit 'het ontwikkelen van een positieve leercultuur' en een 'persoonsgebonden ontwikkelbudget voor iedereen'.